In de afgelopen periode organiseerde het Centrum voor Kennis en Communicatie van de Belastingdienst (B/CKC) docentendagen om hun trainers te professionaliseren. Het CLU heeft op deze docentendagen workshops gegeven over activerende werkvormen. De deelnemers kregen antwoord op vragen als: Wat zijn activerende werkvormen? Waarom zijn ze nuttig? Hoe zorg je voor een actieve les?
De deelnemers inventariseerden aan de hand van een brainstorm eerst welke werkvormen zij zelf al kenden en gebruikten. Zij noemden hierbij vooral werkvormen als de quiz, het onderwijsleergesprek en opdelen in subgroepen. Vervolgens werd het onderscheid duidelijk tussen passief leren en actief leren. Bij passief leren wordt vooral geluisterd naar de uitleg van een docent; bij actief leren wordt de cursist geprikkeld om zelf meer na te denken.
Informatie verwerken tot kennis
Met behulp van het informatieverwerkingsmodel bespraken we waarom het belangrijk is om activerende werkvormen te gebruiken. Je kunt er niet vanuit gaan dat cursisten informatie automatisch opslaan in hun langetermijngeheugen als je ze iets vertelt of laat lezen (sensorisch geheugen). Er moet iets gedáán worden met nieuwe informatie, zodat deze logisch georganiseerd wordt in de hersenen (kortetermijngeheugen) om vervolgens opgeslagen te worden in het langetermijngeheugen. Activerende werkvormen helpen cursisten bij het organiseren van nieuwe informatie. Ze zetten cursisten aan om te discussieren, te reflecteren en verschillende denkstappen te maken. Allemaal heel goed voor de informatieverwerking.
Soorten werkvormen
Werkvormen zijn te verdelen in drie groepen:
(1) presentatie/instructievormen, zoals een hoorcollege of PowerPoint-presentatie
(2) interactievormen, zoals een discussie of rondvraag
(3) opdrachtvormen, zoals practicum en interview houden
Aan de hand van de taxonomie van Bloom bekeken we welke vorm het meest geschikt is voor een les. Daarbij zochten we vooral naar mogelijkheden om opdrachtvormen te gebruiken, omdat opdrachtvormen de meeste activiteit van de hersenen vragen en dus voor beter leren zorgen. Bij het ontwerpen van werkvormen was ook aandacht voor meer praktische zaken als de grootte van de groep en de ruimte waarin de activerende werkvorm uitgevoerd wordt. Ook de didactische vaardigheden van de docent zelf om de activerende werkvorm te begeleiden kwamen aan bod.
Kwartjes gevallen
De deelnemers vonden het prettig dat ze nieuwe inzichten hebben opgedaan die ze kunnen toepassen in hun eigen lespraktijk. “Een aantal mogelijke werkvormen waren voor mij nieuw en overweeg ik zeker in de praktijk te gaan gebruiken.” “Inspirerende workshop, waarbij voor mij nieuwe en makkelijk in de lesstof in te bouwen lesmethoden boven kwamen.” Daarbij is ook zeker het nut van activerende werkvormen duidelijk geworden. “Wat ik wel geleerd heb is dat ik de cursisten nog meer zelf moet laten doen.”