Bemoedigend rapport Kennisnet/SLO over beter keuzeproces leermiddelen

Hoe kiezen scholen hun leermiddelen en kiezen ze de goede? Uit een verkennend onderzoek van Kennisnet/SLO blijkt dat scholen lang niet altijd uitkomen op materialen waar ze behoefte aan hebben. Wat kan er beter?

Kennisnet en SLO hebben onderzocht hoe scholen beter ondersteund kunnen worden bij het kiezen van leermiddelen. Uit eerdere rapporten bleek dat innovatie, zoals maatwerk door de inzet van digitale leermiddelen, in de markt slechts moeizaam tot stand komt.

Het onderzoek omvat een literatuurstudie, gesprekken met onderwijsprofessionals en experts en intensieve ontwerpsessies. Uit de verkenning blijkt dat scholen vaak uitkomen bij leermiddelen die in de praktijk niet aan blijken te sluiten bij de eigen wensen van leraren en de visie van de school. “Er is urgentie om dit te veranderen vanuit de bredere wens om onderwijs meer op maat in te richten.”

Drie oplossingsrichtingen

Naar aanleiding van het onderzoek stellen Kennisnet en SLO diverse maatregelen voor. De meest effectieve volgens Kennisnet/SLO:
1. Meer betrouwbare informatie geven over leermiddelen, bijvoorbeeld via een vergelijkingstool. Of een review- en previewfunctionaliteit voor leermiddelen maken, zodat scholen een helder beeld van het leermiddel kunnen krijgen.
2. Tools en handvatten verzamelen en ontwikkelen, zoals kwaliteitscriteria.
3. Bevorderen van expertise op het vlak van het keuzeproces, met scholing en kennisdeling.

Enkele kanttekeningen bij het rapport

De bevindingen zijn in lijn met internationale ervaringen waarover wij in onze vorige Alert berichtten. De maatregelen die Kennisnet en SLO voorstellen onderschrijven we van harte, zeker waar ze het belang onderstrepen van onderwijskundige en onderzoeksmatige onderbouwing van leermiddelen. Maar er zijn wel enkele kanttekeningen te maken.

Op de eerste plaats lijkt het erop dat de samenstellers van het rapport het liefst de uitgevers zelf verantwoordelijk maken voor de onderwijskundige en onderzoeksmatige onderbouwing van leermiddelen. Zo lezen we op p.2 de aanbeveling: “Zorg dat (…) onderwijskundige en onderzoeksmatige gegevens over leermiddelen (…) beschikbaar komen, bij voorkeur opgeleverd door de makers van het leermateriaal.” En op p. 28: “Deze informatie zal verkregen moeten worden via uitgevers, of –als zij daar niet toe bereid zijn – actief zelf ingevoerd moeten worden door experts, leraren en/of studenten van lerarenopleidingen.”

Het lijkt ons niet verstandig om uitgevers dergelijke gegevens te laten leveren, gezien de ideologische of commerciële doelstellingen van de makers van leermiddelen. Er zal altijd een onafhankelijke toets op deze gegevens uitgevoerd behoren te worden door publiekrechtelijke instanties. Bijvoorbeeld door Kennisnet en/of de SLO.

Een tweede kanttekening betreft de grote nadruk die wordt gelegd op de visie van de school. Natuurlijk is die belangrijk. Maar aan de andere kant: leerlingen leren niet fundamenteel anders bij een andere schoolvisie. Er is inmiddels heel veel bekend over hoe leerlingen leren, los van welke schoolvisie dan ook. Het volstaat daarom niet om scholen alleen maar afvinklijstjes of checklists te geven. Bij het verzamelen van onderwijskundige en onderzoeksmatige gegevens zou daarom meer moeten worden ingezet op beoordelingen.

Tot slot: de rol van de lerarenopleidingen is wat onderbelicht. Juist zij kunnen een belangrijke rol spelen bij het verhogen van het kennisniveau van (aanstaande) leraren over de kwaliteit van leermiddelen en het keuzeproces.

Meer informatie

Bekijk het Eindrapport Verkenning proces leermiddelenkeuze.