Het Alfa-college in Assen, Groningen, Hardenberg en Hoogeveen is actief bezig met het herontwerpen van haar onderwijsaanbod, flexibiliseren van curricula en het geschikt maken van leereenheden voor Leven Lang Ontwikkelen. Een veel gebruikte ontwerpstrategie is het modulariseren; het benoemen van leereenheden. Binnen het Alfa-college zijn daarvoor standaarden geformuleerd. Toch lopen ontwikkelaars vast in het goed ontwerpen van een leereenheid. Teams maken hierin verschillende afwegingen en de aanpak verschilt. Het CLU is gevraagd ontwikkelaars van leereenheden te ondersteunen in dit proces en daarbij de ontwikkelaars te laten leren van elkaar.
Januari’23 startten vijftien ontwikkelaars van het Alfa-college begeleid door twee CLU-trainers met de leergang ‘Ontwerpen van een leereenheid’ bestaande uit vijf bijeenkomsten en drie online feedbackrondes. De ontwikkelaars zijn veelal docenten die enthousiast en gedreven zijn om hun eigen onderwijs meer vorm te geven. Ze werken op de verschillende vestigingen van het Alfa-college en dit maakte de uitwisseling van ideeën tijdens de leergang nog waardevoller.
Leereenheden ontwerpen op het Alfa-college
In de leergang doorlopen de ontwikkelaars de stappen van backward design (zie figuur 1) om vanuit leeruitkomsten te komen tot een leereenheid. In het mbo staan leeruitkomsten beschreven in het kwalificatiedossier (KD) in kerntaken en werkprocessen. Het KD vormt de basis voor de leereenheden en daarom start de leergang met het expliciet maken van de leerlijnen: welke tussenuitkomsten leiden naar de leeruitkomsten zoals beschreven? Kortom: Welke stappen doorloopt een student op weg naar de leeruitkomsten? Vervolgens maken de ontwikkelaars bewuste keuzes voor opdrachten die aansluiten op de leeruitkomsten en welke leermaterialen hierbij passen.
Tijdens de leergang werd antwoord gegeven op eigen leervragen van de ontwikkelaars, zoals:
- Hoe ontwerp ik een leereenheid met de bril van blended onderwijs?
- Hoe kan ik in de leereenheid praktijk en theorie, school en beroepspraktijkvorming goed tot hun recht laten komen?
- Hoe maak ik een rijke en daardoor motiverende opdracht?
- Aan welke kwaliteitseisen moet een opdracht voldoen?
- Hoe zet ik casuïstiek in?
- Hoe integreer ik andere vakken zoals Nederlands in een leereenheid?
Figuur 1 – Backward design: vanuit een leeruitkomst terug redeneren naar tussenuitkomsten
Taxonomie van Bloom als hulpmiddel
De taxonomie van Bloom, zoals uitgewerkt in ‘De herziene taxonomie van Bloom in de klas’ (Ingrid Molein, Eef Rombaut, Tine van Severen, 2020), helpt bij het formuleren van leeruitkomsten in gewenst gedrag. De handelingswerkwoorden geven op een duidelijke wijze de complexiteit aan van leeruitkomsten waarbij ook rekening wordt gehouden met de verschillende soorten kennis en vaardigheden. Deze werkwoorden bieden niet alleen een handvat voor het formuleren van leeruitkomsten maar ook bij ontwerpen van bijbehorende rubrics en passende opdrachten.
Figuur 2 – ‘De herziene taxonomie van Bloom in de klas’ door Ingrid Molein, Eef Rombaut en Tine van Severen, 2020.
Opdrachten als smeerolie
Om de leeruitkomsten te bereiken, zijn rijke opdrachten essentieel. Zoals in iedere vorm van onderwijs, werken ook hier de opdrachten als smeerolie. Als duidelijk is wat de leeruitkomsten zijn, kan daar een eindopdracht bij geformuleerd worden. Meestal zijn er verschillende tussenopdrachten nodig om de eindopdracht te kunnen bereiken. Deze tussenopdrachten kunnen gekoppeld worden aan de geformuleerde tussenuitkomsten. Al doende merk je dat als je de leeruitkomsten aanscherpt, je ook de eindopdracht moet aanscherpen en daarbij ook vaak weer de tussenopdrachten. Het kan ook zijn dat je de eindopdracht nog niet rijk genoeg vindt, dan zul je de leeruitkomsten waarschijnlijk ook weer verder aanscherpen. Zo blijft het een heen en weer werken tussen leeruitkomsten en opdrachten.
Figuur 3 – Heen en weer werken tussen leeruitkomsten en opdrachten
Figuur 4 – Een voorbeeld van heen en weer werken tussen leeruitkomsten en opdrachten
Resultaat van de leergang
Aan het einde van de leergang is minstens één leereenheid ontwikkeld waarmee docenten en studenten direct aan de slag kunnen. Ontwikkelaars evalueren vervolgens de leereenheid met collega’s en studenten en in een afsluitende bijeenkomst met alle ontwikkelaars in oktober, kijken we samen terug: wat is goed verlopen, wat nog niet, waar is eventueel aanscherping en verbetering nodig en welke volgende stappen staan aankomend studiejaar op de agenda?
Ook interesse in het ontwerpen van leereenheden of modules?
Het CLU begeleidt teams in zowel het mbo als in het voortgezet onderwijs bij ontwerpen van het onderwijscurriculum. Daarbij staan we altijd eerst stil bij wat je studenten echt wil laten leren of het nu gaat om kennis, vaardigheden of houding. Pas daarna kun je bewuste keuzes maken voor leeractiviteiten en werkvormen.
Neem contact op met Stichting CLU voor meer informatie en om te bespreken wat de mogelijkheden zijn voor jou of jouw team.