Leraren geven al langere tijd aan dat ze behoefte hebben aan onafhankelijke informatie over leermiddelen. Terecht: de kwaliteit van leermiddelen is zeker niet vanzelfsprekend. Gelukkig merken we nu dat zowel de landelijke overheid als onderzoeksinstellingen overwegen hoe ze hun rol in dit domein krachtiger kunnen invullen.
Rijksoverheid zet kwaliteit op de kaart
Na jaren radiostilte schenkt de rijksoverheid steeds meer aandacht aan de kwaliteit van leermiddelen. Zo heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) recent een verdiepingssessie georganiseerd over de vraag hoe het onderwijs meer gebruik kan maken van kwalitatief hoogwaardige leermiddelen (lees: lesmethodes). Dit maakt onderdeel uit van het Masterplan Basisvaardigheden, dat het niveau van basisvaardigheden als taal, rekenen/wiskunde en burgerschapsvorming moet gaan verhogen. En ook vanuit het Groeifonds van het ministerie van Economische Zaken (EZ) zijn miljoenen vrijgemaakt om een impuls te geven aan de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige open leermiddelen.
Met name digitale leermiddelen onder de loep
De kwaliteit van leermiddelen komt duidelijk meer op de agenda en het wordt niet langer vanzelfsprekend geacht dat leermiddelen van hoge kwaliteit zijn. Vooral naar de kwaliteit van de digitale leermiddelen wordt kritisch gekeken, ongetwijfeld ook door de toenemende digitalisering tijdens het corona-onderwijs. Kennisnet en het CLU hebben het onderwerp al lang hoog op de agenda staan. Inge Molenaar, betrokken bij het prestigieuze AI-lab dat ook uit het Groeifonds gefinancierd is, uit stevige kritiek op de manier waarop adaptieve programma’s momenteel ingezet worden in het onderwijs. Het NRO heeft onderzoek naar digitale leermiddelen hoger op de kennisagenda staan. En ook het Rathenau Instituut besteedt meer aandacht aan digitaal onderwijs.
Opvallend (en nieuw) is de roep om meer publieke regie op kwaliteit. Het NRO benoemt publieke regie zelfs als een game changer bij het ontwikkelen van digitaal leermateriaal. Het gaat dan niet alleen om regie op het aanbod, maar om regie op de kwaliteit van dat aanbod.
Informatiebehoefte
Leraren geven duidelijk aan dat ze behoefte hebben aan onafhankelijke informatie over leermiddelen, liefst wetenschappelijk onderbouwd. Uit een onderzoek van D&B in opdracht van OCW komt naar voren dat bijna de helft van de leraren onafhankelijk advies wil over een digitaal leermiddel en dat bijna 40% pleit voor onafhankelijke wetenschappelijke onderzoeken naar de positieve en negatieve effecten van een leermiddel. Tegelijkertijd constateren SEO/Regioplan in hun evaluatieonderzoek van de Wet Gratis Schoolboeken (WGS) “dat we eigenlijk te weinig weten over de effectiviteit van het gebruik van digitale leermiddelen”. Het Rathenau Instituut trok onlangs nog dezelfde conclusie.
De app Teacher Tapp vroeg in een recente peiling ruim duizend leraren naar hun kennis over de wetenschappelijke onderbouwing van hun meest gebruikte methodes. Bijna de helft van de leraren zegt daar weinig of geen informatie over te hebben. Nog geen kwart zegt voldoende te weten wat een effectief bewezen aanpak is bij een keuzeproces.
Onafhankelijk platform
Er is behoefte aan een onafhankelijk platform om die informatie te vinden. Dat bleek al uit ons onderzoek naar keuzeprocessen van leermiddelen voor de PO-raad. En ook bij de Verdiepingssessie Masterplan Basisvaardigheden was een van de belangrijkste conclusies: er moet een onafhankelijk platform komen waar onafhankelijke en betrouwbare informatie komt te staan over de kwaliteit van leermiddelen.
Teacher Tapp stelde een vergelijkbare vraag. Op de stelling “Er zou een onafhankelijke instantie moeten komen die lesmethodes beoordeelt op wetenschappelijke onderbouwing en onafhankelijke gebruikerservaringen verzamelt” antwoordt meer dan de helft van de 1000 leraren ‘ja’ en slechts ruim 10% antwoord ‘nee’. De overige leraren wisten het niet.
Publieke regie
De voorbereidingen van zo’n platform zijn in volle gang. Op initiatief van de Stichting Education Warehouse zal binnenkort zo’n platform het licht gaan zien. Het CLU werkt hieraan mee, en ook belangrijke partijen als Kennisnet en grote schoolbesturen zijn erbij betrokken. Tegelijkertijd lopen er initiatieven om alle bestaande evaluaties van leermiddelen te verzamelen en te publiceren op het platform waarbij bij iedere evaluatie de mate van onafhankelijkheid en betrouwbaarheid wordt aangegeven. Daarnaast zijn er plannen om meer wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van leermiddelen uit te voeren.
Het ziet ernaar uit dat de kwaliteitsborging van leermiddelen niet meer alleen wordt ingegeven vanuit commerciële motieven en meer komt te liggen waar het hoort: bij het onderwijs, gevoed door onafhankelijke informatie. Hoopvolle ontwikkelingen dus!