We vroegen via lerarenpanel Teacher Tapp of en hoe leraren een methode gebruiken in hun lessen en hoe bepalend die dan is.
Verreweg de meeste leraren in Nederland maken gebruik van een methode, toch wordt er maar weinig onderzoek gedaan naar het gebruik en de invloed van methodes. Met lerarenpanel Teacher Tapp onderzoeken we met enige regelmaat hoe leraren in Nederland gebruikmaken van methodes en wat ze ervan vinden. In een eerder blog beschreven we resultaten van een peiling van lerarenpanel Teacher Tapp onder leraren Nederlands over methodes Nederlands. In dit blog zoomen we een beetje uit en beschrijven hoe leraren gebruikmaken van de methode, welke invloed dit heeft op de les en hoe gebonden ze eraan zijn. We focussen op leraren in het primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo), maar waar aantallen groot genoeg zijn nemen we ook resultaten mee uit het speciaal onderwijs (so), het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en het hoger onderwijs (ho).
Meeste leraren gebruiken een methode
In het vo en po maakt maar een klein deel van de leraren (7%) geen gebruik van een methode. De rest gebruikt dus wel een methode, al dan niet met aanvullende materialen. In het speciaal onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs wordt minder vaak gebruik gemaakt van een methode: zo’n kwart van de leraren (resp. 22-24%) gebruikt geen methode. In het hoger onderwijs is dat zelfs 80% (figuur 1).

Figuur 1 Hoeveel leraren maken geen gebruik van een methode?? (n=1045, peiling 10-1-2023)
Zelf curriculum samen willen kunnen stellen is belangrijke reden om geen methode te gebruiken
Er zijn verschillende redenen om geen methode te gebruiken (figuur 2). In het po is dat vooral omdat een methode niet past bij de schoolvisie (57%). In het voortgezet onderwijs geven mensen vooral aan dat ze geen methode gebruiken omdat ze zelf graag het curriculum samenstellen (56%). Ongeveer een derde van de leraren in het voortgezet onderwijs (30%) gebruikt geen methode omdat de kwaliteit ondermaats wordt geacht. De prijs van methodes is voor de meeste leraren geen reden om geen methode te gebruiken (0% in het po en 11% in het vo). Het so en ho hebben we in deze figuur niet opgenomen omdat het aantal respondenten te laag is om betrouwbare uitspraken te doen.

Figuur 2 Redenen om geen methode te gebruiken (n=57, peiling 12-1-2023)
Lesmethodes geven sterk vorm aan inhoud, minder aan didactiek
Lesmethodes geven in alle sectoren (bijna) volledig of voor het grootste gedeelte sturing op welke lesstof de leraar behandelt (figuur 3). Dit geldt vooral in het po (76%) en het vo (77%) en in mindere mate in het mbo (58%). In zijn proefschrift ‘Opportunity to learn – leeraanbod en leerondersteuing in Nederlandse reken- en wiskundemethodes’ heeft Marc van Zanten ook aangetoond dat Nederlandse rekenmethodes een sterke inhoudelijke invloed hebben op de lessen – en daarmee met wat leerlingen leren en wat ze goed leren. Want: hoe meer tijd je besteedt aan een bepaald onderwerp, hoe beter je erin wordt.

Figuur 3 In welke mate geeft lesmethode aan welke lesstof de leraar behandelt? (n=742, peiling 21 januari 2023)
Lesmethodes zijn minder sturend op de didactiek. In het po geeft 30% van de leraren aan dat de lesmethode (bijna) volledig of voor het grootste gedeelte aangeeft hoe lesgegeven wordt. In het vo is dat 19% en in het mbo 13% (figuur 4).

Figuur 4 In welke mate geeft lesmethode aan HOE leraar lesgeeft? (n=742, peiling 21 januari 2023)
De meeste leraren die een methode gebruikt, wil hem vaker loslaten
Teacher Tapp heeft ook gevraagd of leraren de methode vaker zouden willen loslaten. Voor elke sector geldt dat er meer leraren zijn die de methode wel wat vaker zouden willen loslaten, dan leraren die dat niet willen. In het po wil 56% dat (16% niet), in het vo wil 43% dat (21% niet).

Figuur 5 Percentage leraren dat methode vaker zou willen loslaten (n=902, peiling 9-12-2022
Er zijn behoorlijke verschillen tussen vakken. Leraren moderne vreemde talen willen het meest de methode loslaten (52%), leraren in de kunstvakken het minst (8%). Overigens gebruiken de meeste leraren in de kunstvakken helemaal geen methode (67%).

Figuur 6 Percentage leraren vo (per vak) dat methode vaker zou willen loslaten (n=422, peiling 9-12-2022)
Bron
De bovenstaande informatie komt uit een peiling van lerarenpanel Teacher Tapp die gehouden is in december 2022 en januari 2023. Leraren die deelnemen aan Teacher Tapp krijgen elke dag een aantal vragen over hun onderwijs voorgeschoteld, de volgende dag zien ze wat hun collega’s in het hele land op de vragen geantwoord hebben.
Deelname is op basis van vrijwilligheid en gebeurt vooral met het motief om meer te willen professionaliseren. De peilingen mogen dus niet als representatieve steekproef gezien worden en weerspiegelen eerder de mening van leraren met een actieve professionaliseringsbehoefte.