Het niveau blijft dalen: wie heeft het over de kwaliteit van methodes?

In de media is te zien dat we ons zorgen maken over de dalende PISA resultaten. Als CLU zijn we gewend om naar de rol van leermiddelen te kijken. Als goede leraren beschikken over kwalitatief goede leermiddelen, dan moet dat een enorme boost kunnen geven aan de kwaliteit van het onderwijs. Aan de hand van verschillende publicaties laten we in het volgende zien dat er nog wel wat nodig is om de kwaliteit van leermiddelen te verhogen. We hopen dat we samen met uitgevers, leraren en lerarenopleiders en iedereen die zich inzet voor het onderwijs, de handschoen kunnen oppakken voor het te laat is. Daarbij is inzet van OCW als regisseur onontbeerlijk.

Voor de zoveelste keer laat een internationale peiling (PISA) zien dat het niveau van de leesvaardigheid van 15-jarigen in Nederland dramatisch is gedaald. Zelfs zo ver dat ongeveer een derde van de scholieren het minimumniveau, om te kunnen functioneren in de samenleving, niet haalt. De excuses van met name besturenorganisaties en vakbonden stapelen zich op: corona, lerarentekort, ongemotiveerde leerlingen, het smartphonegebruik, etc. Daarbij wordt gemakshalve voorbijgegaan aan het feit dat:

  1. De daling zich in andere landen niet zo sterk doet gelden als in Nederland (zie figuur)
  2. Die sterkere daling zich ook ruim vóór corona en het lerarentekort al had laten zien

Bron: Resultaten PISA-2022 in vogelvlucht

Motivatie versus leuk en aantrekkelijk

En ongemotiveerde leerlingen? Dat klopt. Uit internationaal onderzoek (PISA, 2016/2017) blijkt dat Nederlandse leerlingen niet sterk gemotiveerd zijn om te leren (Kennisrotonde 2021). Leerkrachten doen ontzettend hun best om die motivatie te verhogen maar lijken daar nauwelijks in te slagen. En methodes? Bij velen leeft nog steeds het beeld dat deze vooral leuk moeten zijn en er aantrekkelijk uit moeten zien. En met het feit dat leerkrachten zich veelal laten leiden door methodes, gaan zij daarin mee. De misconceptie hier is dat het begrip motivatie wordt verward met de begrippen leuk en aantrekkelijk. Terwijl motivatie absoluut kan bijdragen aan het niveau van de resultaten (Ryan & Deci, 2000), hebben “leuk en aantrekkelijk” juist een averechts effect (zie onder meer Mayer en Moreno, 2003).

Onderzoek naar kwaliteit methodes hard nodig

Kortom: het wordt tijd om de kwaliteit van methodes (en andere leermiddelen) onder de loep te nemen, want daar ligt een van de belangrijkste aangrijpingspunten om de kwaliteit van het onderwijs aan te pakken. Terwijl je bijna niemand hoort over die kwaliteit.

Maar een voorzichtige kentering lijkt zich daarin af te tekenen. Erik Meester (Radboud Universiteit) geciteerd in de Volkskrant van 5 december gooit het op het gebrek aan feitenkennis bij de leerlingen: “zaakvakken als biologie en aardrijkskunde zijn uitgehold. Het inhoudelijke niveau van lesboeken is heel laag. De tekstvakjes zijn klein. Het zijn meer stripboeken dan lesboeken”. Het redactionele commentaar spreekt van het ontbreken van regie bij de overheid wier initiatieven weliswaar leiden tot “steeds meer digitalisering, maar tragisch genoeg ook tot ‘verleuking’; meer filmpjes en minder tijd om lange teksten te lezen.”

Al eerder schreven we over de ervaringen van po-leerkracht Marjolein Zwik op onze website. Ze constateerde dat leerlingen vooral veel filmpjes en ander beeldmateriaal krijgen voorgeschoteld waarover ze vervolgens opdrachten moeten maken. Veel tekst zit er niet meer bij.

Wat weten we inmiddels over de kwaliteit van leerteksten?

Klopt dit met het beeld dat uit onderzoek naar voren komt? Van het schaarse onderzoek naar methodes die we op dit punt kennen, zijn de uitkomsten illustratief en niet hoopgevend.

Om te beginnen: vorig jaar verschenen de resultaten van het promotieonderzoek van Nina Sangers (2022). Zij onderzocht de kwaliteit van leerteksten waarbij ze analyseerde welke zinnen uit leerteksten de feitelijk te leren informatie bevatten en welke zinnen slechts ‘snoepomhulsels’ waren om de tekst aantrekkelijk te maken en ‘op te leuken’. Uit haar onderzoek komt naar voren dat het opleuken van leerteksten niet leidt tot betere resultaten. Sangers vond vele aanwijzingen dat het opleuken van teksten niet leidt tot betere leerresultaten en dat leerlingen dergelijke teksten helemaal niet per se aantrekkelijk vinden: “Educatieve uitgevers blijven desondanks vasthouden aan dit soort technieken”.

Recent is een interessante publicatie verschenen van Yra van Dijk en Marie-José Klaver waarin ze met talloze voorbeelden uit zaakvakmethodes uit het basisonderwijs laten zien hoe erg het gesteld is met de omvang en de kwaliteit van de teksten. Om te beginnen de omvang: terwijl leerlingen bij examens en het Pirls-onderzoek teksten moeten lezen van tussen de 500-1000 woorden bevatten de Nederlandse zaakvakmethodes meestal maar 100-150 woorden per tekst. Ook productief taalgebruik is ver te zoeken: ‘Kijk het filmpje’, ‘teken smileys’, ‘kleur de plaat af’ en ‘vink het goede antwoord aan’. Geen van de door Van Dijk en Klaver onderzochte methodes zet de tekst centraal. Daarnaast wordt het gebrek aan tekst overgecompenseerd door een grote hoeveelheid illustraties en filmpjes. Uit talloze studies weten we dat daardoor het werkgeheugen onnodig belast wordt. Uit een in 2020 uitgevoerde metastudie door Washington State University kwam naar voren dat “verleidelijke details een substantieel negatief effect hadden op leerprestaties” (Onderwijs Innovatie, OU, mrt 2020).

Dan de kwaliteit van de leerteksten. Van Dijk en Klaver geven in het hiervoor genoemde artikel aan dat leerteksten leerlingen moeten ondersteunen bij de transitie van DAT (dagelijks algemeen taalgebruik) naar CAT (cognitief academisch taalgebruik). Leerteksten blijken echter vaak informele ‘straattaal’ te gebruiken in plaats van schooltaal. Zelden betreft het te leren vocabulaire de abstracte metataal die juist op school aangeleerd moet worden. De al jaren dalende leesscores van leerlingen dragen er volgens Van Dijk en Klaver aan bij dat “methodemakers en docenten angstiger worden om leerlingen te vermoeien met teksten die vragen om kennis, inzicht en (metatalige en academische) vaardigheden. Voor het gemak onderschatten ze zo een deel van de leerlingen en kiezen zo voor eenvoud en vereenvoudiging voor iedereen. De educatieve uitgeverijen dragen zo ongewild bij aan de leescrisis in het onderwijs en aan een neerwaartse spiraal”.

De door Van Dijk en Klaver onderzochte methodes zijn Wijzer! (Noordhoff), Blink Wereld (Blink), Faqta (uitgeverij Faqta), De Zaken en Code D (beide van Zwijsen), Naut, Meander en Brandaan (Malmberg) en Kidsweek (DPG Media).

Ook digitalisering van methodes doet een duit in het zakje

Naast het gebrek aan kwaliteit en kwantiteit van de leerteksten lijkt ook de digitalisering van methodes bij te dragen aan de leercrisis. Het meest recente onderzoek betreft twee meta-analyses van de effecten van digitale leerteksten versus papieren leerteksten. En weer is vast komen te staan dat de leerresultaten van de papieren leerteksten significant hoger uitvallen dan die van digitale leerteksten. Dat geldt voor alle devices, niet alleen voor computers maar ook voor laptops en smartphones (Salmerón, et al. 2023). En zoals vaak in onderzoek aangetoond, zijn de verschillen bij taalzwakke leerlingen groter dan bij andere leerlingen.

Naar aanleiding van deze publicatie kwam onlangs het Vlaamse Expertisecentrum voor Onderwijs en Leren (ExCEL) van het Thomas More College met een advies over het lezen van digitale leerteksten. In een recente publicatie pleit Excel voor een stapsgewijze aanpak waarbij leerlingen eerst met behulp van een effectieve leesdidactiek leren lezen op papier en een sterke leesvaardigheid opbouwen alvorens digitale teksten stap voor stap aan te pakken. Het beste is dan om eerst digitale teksten zonder hyperlinks en multimedia aan te bieden, voordat digitale teksten met hyperlinks en meervoudige multimedia worden aangeboden.

De gevolgen zijn dramatisch

Begrijpend lezen is juist gebaat bij het lezen en bestuderen van betekenisvolle teksten zoals deze in de zaakvakken een plaats hebben. Daarnaast vindt er kennisopbouw plaats die onontbeerlijk is voor verdere kennisontwikkeling en voor de kwaliteit van de gebruikte leesstrategieën. Lezers met voorkennis leren nu eenmaal meer dan leerlingen met minder voorkennis (zie onder meer Kirschner).

En leerlingen die niet kunnen lezen, worden belemmerd in hun denkontwikkeling en vergaren te weinig kennis. Ook over zaken die met burgerschapsvorming te maken hebben. Ze vallen uiteindelijk ten prooi aan nepnieuws, complotdenken en ontwikkelen een sterk negatief zelfbeeld. Een derde van de huidige leerlingen dreigt zo’n prooi te worden.

Kortom:

a. de rol van methodes bij de kwaliteit van onderwijs moet niet onderschat (blijven) worden;
b. wetenschappelijk onderzoek naar de kwaliteit van methodes is hard nodig;
c. we moeten met elkaar goed nadenken over hoe de kwaliteit van methodes omhoog kan.

Referenties

Buelens, Wouter & Vanhees, Claudio (2023). Lezen van een mobiel toestel of van papier? Excel, 24-10-2023. https://thomasmore.be/nl/expertisecentrum-onderwijs-en-leren/blog/nieuwe-overzichtsstudie-over-lezen-om-te-leren

Dijk, Yra van & Klaver, Marie-José (2023). Gemiste kansen en blinde vlekken: Drie adviezen voor taal bij wereldorientatie. Tijdschrift Taal (14), 23, 25 september 2023 https://www.tijdschrift-taal.nl/art/50-7682_Gemiste-kansen-en-blinde-vlekken-Drie-adviezen-voor-taal-bij-wereldorientatie

Kennisrotonde (2021). Zijn lage toetsresultaten van vo-leerlingen het gevolg van motivatiegebrek? (KR 1289) https://www.kennisrotonde.nl/vraag-en-antwoord/motivatie-en-toetsresultaten-in-het-voortgezet-onderwijs

Kirschner, P. (2019).  Voorkennis maakt het verschil. Didactief, april 2019, Geraadpleegd op 24 februari 2022

Mayer, R.E. & Moreno, R. (2003). Nine ways to reduce cognitive load in multimedia learning. Educational Psychologist, 38, 43-52

Open Universiteit (2020). Studieboek opleuken met cartoons? Niet doen! Onderwijsinnovatie mrt. 2020, p. 13 https://onderwijsinnovatie.ou.nl/oi-maart-20/onderzoeksnieuws/

Ryan, R.M., & Deci, E.L. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American Psychologist, 55, p.68-78.

Salmerón, L., Altamura, L., Delgado, P., Karagiorgi, A., & Vargas, C. (2023). Reading comprehension on handheld devices versus on paper: A narrative review and meta-analysis of the medium effect and its moderators. Journal of Educational Psychology. Advance online publication. https://doi.org/10.1037/edu0000830

Sangers, Nina (2022). Vivid educational texts: Engaging students via narrative and voice elements. Proefschrift Universiteit Utrecht

Vries, Daan de (2023). Een derde Nederlandse 15-jarigen kan niet goed genoeg lezen. Volkskrant 6 december 2023

Zwik, Marjolein (2019). Tekstrijk. Blogcollectief Onderzoek Onderwijs, d.d. 13 juni 2019 https://onderzoekonderwijs.net/2020/02/18/tekstrijk