De kennisrotonde en kwaliteit van leermiddelen

Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) stelt zich onder meer ten doel om wat we weten uit onderzoek beschikbaar te stellen aan onderwijsprofessionals. Professionals kunnen zogenaamde onderwijsvragen stellen over een bepaald onderwerp. Deze vragen beantwoordt de Kennisrotonde met wetenschappelijk gefundeerde inzichten over wat wel en wat niet werkt. 

Dit helpt professionals om wetenschappelijk onderbouwde keuzes te maken in de praktijk. Regelmatig publiceert de Kennisrotonde een recent overzicht van de antwoorden op gestelde vragen. 

Onlangs kwam er weer zo’n overzicht binnen met twee interessante vragen:

Onderstaand de samengevatte antwoorden.

Het belang van bekende woorden én context

Woordenschatontwikkeling is zeker gebaat bij voldoende bekende woorden maar de effectiviteit van het aanleren van nieuwe woorden heeft ook te maken met de mate waarin leerlingen begrijpen wat de tekst als geheel betekent. En dat wordt niet alleen bepaald door het aantal of aandeel van bekende woorden maar vooral door de contexten waarin die nieuwe woorden betekenis krijgen. Daarbij wordt het belang van verschillende contexten benoemd. In hoe meer verschillende contexten die nieuwe woorden worden aangeboden, hoe effectiever de woordenschat zich uitbreidt en wordt opgeslagen in het langetermijngeheugen. 

Begrip, concreteness fading en verbanden leggen bij ‘meten’

Bij het antwoord over effectieve manieren om het rekendomein ‘meten’ aan te leren wordt allereerst ingegaan op het begrip dat leerlingen moeten hebben over meetconcepten om vervolgens de vaardigheden te kunnen toepassen. Daarnaast wordt ingegaan op het principe van concreteness fading als effectieve strategie. Hierbij gaat het erom om vanuit het werken met concrete voorbeelden te komen tot steeds meer abstractie.[1] Daarnaast blijkt uit meerdere studies het belang van het richten van de instructie op (verbanden tussen) verschillende aspecten van meten.

Van globaal naar steeds meer verdieping

De antwoorden geven goede handvatten over wat er toe doet tijdens het leerproces van leerlingen en wat er aan instructie nodig is. Wat ons opvalt is dat je als leraar behoorlijk ingelezen moet zijn om de antwoorden te kunnen duiden en te vertalen naar de eigen praktijk. De opzet van een samenvatting op de website met de belangrijkste inzichten en daarbij een verwijzing naar een pdf is een prima opzet. Ook in de pdf kun je vervolgens kiezen voor het korte antwoord of voor het volledige antwoord met resultaten uit de onderzoeken. 

Het belang van concrete voorbeelden, ook voor leraren

Wat volgens ons een welkome aanvulling kan zijn, is om ook in de Kennisrotonde te werken vanuit concreteness fading. Leraren zullen veel hebben aan een aantal concreet beschreven voorbeelden uit de praktijk om daarmee vervolgens de link te leggen naar de onderliggende concepten. We gaan ervan uit dat de gegeven voorbeelden, in relatie tot de bijbehorende concepten, ervoor zullen zorgen dat het waarom van bepaald handelen in de klas duidelijker wordt.

Naar een kwaliteitskader?

De onderwijsvragen en de antwoorden daarop zijn ook voor het CLU van belang. Allereerst om te lezen wat er leeft in de praktijk. Daarnaast houden we de antwoorden tegen het licht van de MILK en de MILK-light: zijn items uit de MILK(-light) nog in overeenstemming met de laatste wetenschappelijke inzichten? En als dat niet zo is dan passen we de MILK aan. Het kan daarbij gaan om het toevoegen of juist verwijderen van items. 

Wat we als CLU belangrijk vinden is hoe inzichten zoals hierboven verwoord hun weg vinden in leermiddelen. Hoe kunnen ook leermiddelenmakers de kennis van de Kennisrotonde optimaal gebruiken om zo kwalitatief goede leermiddelen te maken? Via een Kwaliteitskader Leermiddelen? Als het aan het ons ligt wel!

Meer lezen

NRO

Kennisrotonde

MILK-light


[1] Zie ook het artikel over concreteness fading  van Paul Kirschner